De japanse duizendknoop
Inleiding
De Japanse duizendknoop (Fallopia japonica) vinden veel mensen een prachtige plant. Het in toom ervan houden vraagt om enige toelichting. De plant kan vrijwel niet van de plaats verwijderd worden waar hij eenmaal heeft aangeslagen. Door behoedzaam met het plantenmateriaal om te gaan wordt verdere verspreiding echter voorkomen. Hoe dit moet wordt in het navolgende uitgelegd.
Ecologie
In Nederland komen diverse soorten duizendknoop voor, waarvan er drie worden aangeduid als Japanse duizendknoop, namelijk Japanse, Sachalinse en Boheemse duizendknoop. Deze laatste is een kruising tussen de Japanse en Sachalinse duizendknoop en wordt ook wel bastaardduizendknoop genoemd.
In het natuurlijke verspreidingsgebied is Japanse duizendknoop een onderdeel van hoogopgaande ruigten op rivieroevers en in bosranden van rivierbegeleidende bossen.
In Nederland wordt duizendknoop aangetroffen op zeer uiteenlopende, niet te voedselarme en/of te droge standplaatsen met een zuurgraad tussen 3.5 en 7.4. Eigenlijk kan worden gesteld dat de soort op vrijwel alle in Nederland voorkomende bodems kan groeien. Duizendknoop verdraagt zware beschaduwing matig, de hoogte en het aantal stengels nemen dan af, maar de plant blijft wel in leven. De soort komt vaak voor in wegbermen, dijken, beekoevers, taluds langs watergangen, plantsoenen en op plaatsen waar puin en/of tuinafval gestort is.
De bovengrondse delen van de plant sterven tegen de winter af. De in de wortelstokken opgebouwde koolhydraatreserves stellen de plant in staat in het voorjaar (eind maart, begin april) binnen korte tijd veel dicht bij elkaar staande stengels met een aanzienlijk bladoppervlak te vormen. Hierdoor worden in de Nederlandse situatie vrijwel alle andere plantensoorten weggeconcurreerd op de plaatsen waar duizendknoop zich goed weet te vestigen.
Manieren van verspreiding
Japanse duizendknoop wordt tot de meest invasieve uitheemse planten (exoten) gerekend. Is de plant eenmaal gevestigd, dan is hij zeer moeilijk weer weg te krijgen. Door zijn sterke groeikracht worden inheemse plantensoorten verdrongen. De sterke wortelstokken en stengels van de Japanse duizendknoop zijn in staat om schade te veroorzaken aan gebouwen, leidingen en wegen. De plant zaait zich niet uit, maar kleine stukjes wortel of plantdelen slaan gemakkelijk aan als ze een stukje grond vinden. Verplaatsing van grond of maaisel is daarom een belangrijke oorzaak van verspreiding.
Een deel van de verspreiding heeft waarschijnlijk plaatsgevonden via het maaien van bermen, taluds en ander openbaar groen. Bij het maaien kunnen er gemakkelijk delen van de plant aan de machines blijven hangen die er dan vervolgens op een andere plek weer af vallen. Het is bekend dat de plant vanuit delen van de stengel met een knoop wortel kan schieten. Op de plekken waar het maaisel neerkomt ontstonden en ontstaan zo nieuwe groeilocaties.
Een andere manier waarop duizendknoop wordt verspreid is verplaatsing van de grond met wortelstokken erin. Op een locatie waar duizendknoop staat, wordt grond met daarin wortelstokken van duizendknoop afgegraven. Deze grond wordt opgeslagen in een depot en vervolgens elders hergebruikt. Ook hier ontstaan nieuwe groeilocaties van de plant.
Wat kun je ertegen doen?
Bij maaiwerk kiest men er daarom voor de duizendknoop niet mee te maaien. Bij voorkeur gebeurt het maaien handmatig. Het maaisel dient apart te worden afgevoerd (grijze container) of wordt ter plaatse achter gelaten. Een geschikte manier om met maaiafval van duizendknoop om te gaan is het laten drogen van de stengels op een ondergrond waar deze niet opnieuw kunnen uitlopen, zoals asfalt of beton. Vervolgens kan het uitgedroogde maaisel gewoon met het reguliere maaisel worden afgevoerd. Het is dan echter belangrijk dat het plantenmateriaal helemaal is uitgedroogd.
Het is van belang de plant regelmatig af te maaien: in eerste instantie om de 4 weken tijdens het groeiseizoen, teneinde de plant flink te verzwakken. De plant steekt namelijk energie in nieuwe spruiten, maar deze geeft binnen deze 4 weken nog niet de energie terug aan de wortel. In een later stadium is het nodig, om de plant echt kwijt te raken, om 1 x per 2 weken te maaien.
Probeer uitbreiding van de plant te voorkomen. Wees alert op nieuwe grondscheuten (deze kunnen tot wel 7 meter van de plant reiken) en haal deze zo spoedig mogelijk weg.
Kenmerken
Synoniemen voor Fallopia japonica: Polygonum cuspidatum en Reynoutria japonica.
Levensduur: Overblijvende plant, waarvan de bovengrondse delen in het najaar afsterven. Geofyt (winterknoppen onder de grond) of hemikryptofyt (winterknoppen op of iets onder de grond).
Bloeimaanden: augustus – september.
Wortels: Dikke (> 1 cm dik), kruipende wortelstokken die een diepte van 3 meter kunnen bereiken. Kleine stukken van de wortelstokken kunnen uitgroeien tot een nieuwe plant.
Stengels: Rechtopstaande holle stengels die zijn opgebouwd uit compartimenten. Meestal blauwgroen of roodachtig van kleur. De stengels zijn stevig, maar gemakkelijk af te breken.
Bloemen: wit en in smalle pluimen groeiend vanuit de bovenste bladoksels.
Vruchten: De zaden zijn zwart en glanzend.
Bronnen
https://bestrijdingduizendknoop.nl
https://nl.wikipedia.org/wiki/Japanse_duizendknoop
factsheet-sachalinse-duizendknoop-nvwa-20180604.pdf
https://www.wur.nl/nl/artikel/Japanse-duizendknoop-Wat-kun-je-eraan-doen.htm
https://www.wageningencampus.nl/nl/campus/community/Nieuws/show/Aanpak-Japanse-duizendknoop-en-reuzenberenklauw-op-campus.htm?_ga=2.225151450.1329253307.1589048582-138111335.158904858