Slootbeheer

Veenbodem

Op veenbodem is de waterhuishouding een delicaat onderdeel. Aan de ene kant wil men droge voeten houden, anderzijds verteert het veen dramatisch onder invloed van zuurstof wanneer al het water eraan wordt onttrokken. Als gevolg daarvan treedt sterke inklinking op waardoor een gebied nog lager komt te liggen. Veen houdt lang water vast in een periode van droogte. Maar in zeer droge zomers is het vanwege de inklinking belangrijk voldoende waterbuffer te hebben.

Capillaire werking of capillariteit* veroorzaakt een hoger grondwaterpeil op grote delen van het TRV-terrein. Onderstaande foto geeft de hoogteverschillen van ons complex weer.

waterpeil.png
Hoogteverschillen op TRV Stadspark


Drie dingen zijn absoluut verkeerd om te doen. Het ophogen van veengrond met bijvoorbeeld zand. Dit veroorzaakt meer water op het aangrenzende gebied. Het stelselmatig afvoeren van snoeiafval onthoudt het terrein van nieuwe aanwas van plantenmateriaal en het is dan ook beter dit te composteren en op de grond te laten waar het vandaan komt. Tenslotte moet je geen drainage aanleggen. Je vormt dan als het ware een zuurstofbuis in de grond. Dit lijkt op korte termijn een oplossing maar zorgt op langere termijn voor inklinking van de grond.

In veengrond moet de waterafvoer dus goed zijn. Zo wordt in polders het water gereguleerd via een boezem, een gebied waar het waterpeil hoger ligt dan het zeeniveau waardoor het uiteindelijk naar zee kan worden afgevoerd. De waterschappen wiens taak dit is gebruiken hiervoor gemalen en stuwen. Belangrijke waterlopen zijn vaak van het waterschap, bijvoorbeeld in de buurt van woonwijken.

Men kan wadi's of poelen aanleggen om het terrein rond zijn huisje droog te houden. Lokaal is zo’n oplossing goed te doen. Het huis kan dan droog blijven.

Sloten schonen tegenover verlanding

Een sloot schonen hoeft in de meeste gevallen niet elk jaar. Verlanding treedt dan op en dit is juist een interessant ecologisch fenomeen. Verlanden houdt in dat er een steeds dikkere laag plantenmateriaal in de sloot ontstaat. Dit is het geschikte milieu voor waterleven. Bijvoorbeeld bepaalde libellen, planten of vissen zoals de grote modderkruiper zijn afhankelijk van het verlandingsproces.

Na vijf jaar moet een sloot meestal wel weer worden uitgediept. Het beste is het echter om dit gefaseerd te doen en elke twee jaar een ander, volgend deel van de sloot uit te baggeren.

September en oktober zijn veruit de beste maanden om dit werk te doen. Feitelijk kan men al vanaf half augustus aan de slag en wordt het t/m half november gedaan.

Deze optimale schoonmaakperiode is voor de winterrust en is bovendien na de voortplanting. Kikkers zijn nog actief en doorgaans nog niet in winterslaap. Zij graven zich daarvoor in de bodem in. Het moment is tevens afhankelijk van de buitentemperatuur en van de soort. Salamanders overwinteren op het land en veel kikkers doen dit overigens ook.

De planten kunnen nu worden weggehaald, het zaad ligt eral, is uitgestrooid en kan volgend jaar gewoon ontkiemen.

De zon is belangrijk voor een gezonde sloot. Ongeveer minimaal een halve dag zon is wenselijk voor een mooi ontwikkelde sloot. In zomer en winter verschilt het aantal zonuren op een bepaalde plek.


Beschoeide oevers, maar hoe?

Beschoeiing is functioneel bij veengrond, zonder verdwijnt de slootvorm op den duur. Hoge beschoeiingen zijn echter niet wenselijk. Doordat oeverplanten en waterplanten daar ontbreken komt er te weinig zuurstof in het water en vormt zich kroos. Waterplanten produceren namelijk zuurstof. Zuurstofarm water, vooral in combinatie met warmte geeft een stinkende en qua leven een weinig diverse sloot .

Een ecologisch goede beschoeiing is er een die net boven het waterniveau uitsteekt of een die net onder water ligt. Beschoeiing houdt de grond tegen terwijl boven het waterpeil er oeverplanten overheen kunnen groeien. Een wisselend waterpeil, zoals bij TRV aan de orde is, heeft hierop geen negatieve invloed.

Welke sloten in ons gebied hebben een grotere ecologische waarde op dit moment? Op een van de kaarten die we van Klaas Hoomans ontvingen zijn de oranje ingekleurde gebieden op dit moment het meest interessant (behalve de sloot langs de campinglaan). De poelkikker komt hier bijvoorbeeld voor, een soort groene kikker.

sloten_met_ecologische_waarde.png
Sloten en ecologische waarde


Praktisch

We komen op het praktisch gedeelte het schonen van een sloot. Door takken, waterplanten en oeverplanten die in het water hangen, liggen of groeien gaat de stroomsnelheid omlaag en belemmert daarmee het voldoende afvoeren van water. Waterplanten worden met een sloothaak uit de sloot getrokken. Daarnaast is ook uitdiepen van de sloot van belang. Met de paalemmer wordt daarom vervolgens de blubber verwijderd tot stevige bodem wordt gevoeld. Wellicht ten overvloede genoemd wordt dit werk bij voorkeur gefaseerd gedaan.

Groningen, oktober 2020
De Werkgroep Onderzoek Water, in samenwerking met Rudmer

*) Capillariteit is het verschijnsel in de natuurkunde dat een vloeistof, bijvoorbeeld water, in een zeer fijn buisje stijgt, tegen de werking van de zwaartekracht in, terwijl de vloeistofspiegel een concaaf oppervlak vormt.